Niet vervelend, wel belangrijk
Met COPD-klachten kunt u het beste een huisarts raadplegen. Dat is belangrijk omdat de huisarts de vervelende klachten kan verlichten. Het lichamelijk onderzoek dat de huisarts verricht is niet vervelend. Hieronder leest u precies wat u te wachten staat.
Als u vermoedt dat u wel eens COPD zou kunnen hebben, kunt u het best een afspraak met uw huisarts maken. Hoe eerder u erbij bent, hoe beter. U zou COPD kunnen hebben bij de volgende klachten:
- hoesten (rokershoestje)
- benauwdheid
- piepende ademhaling
- vermoeidheid (bij inspanning)
- longinfecties, longontstekingen
- slijm ophoesten
De kans dat deze klachten wijzen op COPD is groter wanneer u ouder dan veertig bent en rookt of gerookt hebt. COPD vermindert de kwaliteit en de lengte van uw leven, dus is er alles aan gelegen zo snel mogelijk tot behandeling over te gaan.
Spirometrie
De grote vraag is wat de huisarts precies gaat doen. Om te beginnen is het goed om te melden dat het onderzoek naar COPD niet vervelend of pijnlijk is. Uw arts zal eerst met een stethoscoop naar uw longen luisteren en uw neus-, mond- en keelholte inspecteren.
Maar om COPD echt vast te kunnen stellen en om de mate waarin u er last van heeft te bepalen, is een longfunctiemeting nodig, ook wel spirometrie geheten. Dit klinkt ingewikkeld, maar het valt erg mee.
Eerst krijgt u een klem op uw neus. Dan gaat u rechtop zitten en sluit u uw tanden en lippen om het mondstuk van het apparaat. Door dit apparaat kunt u dan gewoon blijven ademen. Dan stelt de arts de vraag om eerst zo diep mogelijk in te ademen en vervolgens zo lang mogelijk uit te blazen. Ook kan u worden gevraagd om zo hard mogelijk uit te blazen.
Mate van COPD
Met deze test wordt precies gemeten hoeveel lucht u uitblaast. Als blijkt dat deze hoeveelheid minder is dan normaal, dan is duidelijk dat uw longen niet goed genoeg werken.
Hiernaast kan ook een inspanningstest worden gedaan. Dan wordt het effect op uw ademhaling van bijvoorbeeld lopen of fietsen gemeten. Ook kunnen röntgenfoto's nodig zijn. De arts kan met alle resultaten bepalen in welke mate u COPD heeft.
Als bijvoorbeeld de hoeveelheid lucht die u heeft uitgeademd meer is dan 80 procent van de voorspelde waarde, heeft u slechts lichte COPD. Tussen de 50 en 80 procent heeft u matige COPD, onder de 50 procent ernstige of zelfs zeer ernstige COPD. Deze indeling heet de GOLD-indeling.
Bij ernstige en zeer ernstige COPD wordt u soms naar een longarts doorverwezen. Lichte en matige COPD worden vrijwel altijd door de huisarts zelf behandeld. De behandeling van de arts is gericht op het verminderen van uw klachten, het verbeteren van uw conditie, het voorkomen van invaliditeit en arbeidsongeschiktheid en in het algemeen het verbeteren van de levenskwaliteit.
Verbetering levenskwaliteit
Wat een huisarts concreet kan doen bij de behandeling is het volgende. Als u rookt, zal hij of zij u proberen te helpen met het stoppen daarmee. Stoppen met roken kan namelijk leiden tot verbetering van de longfunctie, al op korte termijn. Dit is het enige wat de huisarts kan doen om de levensverwachting te verbeteren.
De levenskwaliteit kan uw arts op andere manieren verbeteren. COPD-klachten kunt u verminderen met luchtwegverwijderaars, deze kunnen het benauwdheidsgevoel binnen een half uur verminderen. Een ander medicijn voor uw luchtwegen zijn ontstekingsremmers. Deze verminderen de slijmvliesontsteking in uw luchtwegen. Slijmoplossers helpen niet bij COPD.
Wel belangrijk is de griepprik, die heeft u elk jaar nodig om ernstige complicaties van eventuele griep te voorkomen. Naast de behandeling met medicijnen en de sterke nadruk op het stoppen met roken, zal de huisarts ook zeker wijzen op het belang van een goede, evenwichtige voeding en zo veel mogelijk lichaamsbeweging.