Weinig zomers waren zo indrukwekkend als die van 1945. Wij hebben voor u nog een aantal mooie en ontroerende lezersverhalen over die zomer.
Lees ook:
Wij woonden in 's-Hertogenbosch, en zoals u weet, was die stad in oktober 1944 al bevrijd. In februari 1945 verscheen in de krant een oproep voor kinderen die van het oorlogsgeweld hadden geleden, om zich op te geven bij het Rode Kruis, dan konden ze met een transport naar Zwitserland voor een verblijf daar, van drie maanden. Ik was toen tien jaar en wilde dat heel graag. Mijn ouders waren, zoals ik nu heel goed begrijp, niet enthousiast en zeiden: ''Als je dit zo graag wilt, moet je er zelf maar voor zorgen''.
Natuurlijk waren zij al gelukkig dat het hele gezin de oorlog had overleefd en we samen weer een normaal leven konden leiden. Hoewel ik, volgens de verhalen, een heel volgzaam en braaf meisje was, lijkt het achteraf wel vreemd dat ik doorzette, en mij toch opgaf voor deze ouders ook dat ik niet in aanmerking zou komen. Maar ik werd goedgekeurd en op 1 mei vertrok het eerste transport van 's-Hertogenbosch via Tilburg naar Zwitserland. In iedere coupe zaten 8 a 10 kinderen. Omdat ik nogal klein was kreeg ik het bagagenet aangewezen als slaapplaats.
Wij vermoedden toen nog niet dat dit een heel gedenkwaardige reis zou worden. terwijl de trein richting Zwitserland reed, vielen de Duitsers, Bastogne weer binnen en braken daar nog geweldige gevechten uit. Onze trein is toen gaan dwalen, want kon niet verder. Op het laatst was het water op en konden we ons niet meer wassen en was er alleen nog maar dunne pap om te eten. Wij, als kinderen die ook nog pas de oorlog meegemaakt hadden, accepteerden alles als vanzelfsprekend.
Maar voor de verantwoordelijke Rode Kruismedewerksters moet het vreselijk geweest zijn. Ik herinner mij dat een van de zusters zei dat we vlak langs Parijs reden. Kortom, we vertrokken op maandag en kwamen donderdag middag om half vijf in Basel aan. Daar werden we ontvangen in een kazerne, gedoucht en ontluisd. We kregen te eten en een veldbed om eindelijk rustig te slapen. De volgende ochtend werden wij verdeeld in groepen om naar onze respectievelijke pleegouders verder te reizen.
Ik ging naar Muri, bij Bern en werd opgenomen in een heerlijk gezin. De moeder was een Nederlandse zangeres, gehuwd met een Zwitserse violist, tevens directeur van het conservatorium iin Bern. Beide gaven muzieklessen en ik zat daar heel vaak bij, omdat ik niet zoals mijn twee pleegzusjes naar school moest. Ik leerde heel veel van muziek en daar heeft het ook mijn leven bepaald. Want deze ervaring beschouw ik als vormend voor mijn verdere leven waarin in altijd enorm van muziek heb genoten.
We hebben ook nog heel mooie wandelvakantie in de bergen doorgebracht en toen ik na drie maanden weer naar Holland moest, had ik het daar vreselijk moeilijk mee. Zoals u zich kunt voorstellen is de zomer van 1945 voor mij een heel bijzondere. Ik zal het land Zwitserland altijd dankbaar zijn, dat ze in 1945 oorlogskinderen uit Nederland opgenomen hebben en dat ik er daar een van mocht zijn.