Een vrijwilliger die kosten maakt voor zijn vrijwilligerswerk, kan deze niet aftrekken voor de inkomstenbelasting. Dit blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem – Leeuwarden in hoger beroep.
In deze zaak was een man als penningmeester aangesteld bij een kerkenraad. Al snel ontstond er een conflict tussen de man en de kerkenraad, dat dusdanig uit de hand liep dat de man bijna 3500 euro aan advocaatkosten spendeerde. Dat bedrag voerde hij op zijn belastingaangifte op als kosten. De belastingdienst ging hier niet mee akkoord. De rechter evenmin en ook in hoger beroep trok de man aan het kortste eind.
Advocatenkosten
De man meende dat het penningmeesterschap als overige werkzaamheden moest gelden. Hij zou voor dat werk mogelijk in de toekomst geld ontvangen. Vanwege de gemaakte advocatenkosten was het resultaat van het penningmeesterschap in dat eerste jaar negatief, en dat negatieve resultaat wilde hij in mindering brengen op zijn inkomen.
Het gerechtshof meende dat er geen sprake was van overige werkzaamheden. De man kon niet aannemelijk maken dat hij voor het werk betaald zou krijgen. Er waren geen afspraken over betaling gemaakt en zijn voorganger had nooit geld ontvangen voor zijn inspanningen als penningmeester. Het gerechtshof oordeelde dat er sprake was van vrijwilligerswerk en dat de kosten daardoor niet aftrekbaar waren.
- Geld & Recht