'Een kop warme choco­lademelk kostte een kwartje'

Op 18 januari zat heel Nederland urenlang voor de buis

Charles Groenhuijsen
Plus Magazine

Ik heb het een beetje opgegeven. Als liefhebber van de Elfstedentocht ben ik te vaak teleurgesteld. Maar áls de weergoden ons deze winter nog een keer genadig zijn, gebeurt het in de komende twee maanden. Sinds 1909 zijn er vijftien officiële Elfstedentochten verreden.

U leest een gratis artikel uit Plus Magazine.

Op Plusonline.nl bieden we iedereen de kans gratis kennis te maken met Plus Magazine. Hét maandblad bomvol informatie en inspiratie. Maar deze artikelen, dossiers en columns maken kost veel tijd en geld. Wilt u meer? Overweeg dan ook een abonnement op Plus Magazine.

Eén keer was dat in december (1933), alle ­andere keren in januari (zes keer) en ­februari (acht). De kans dat het snel weer lukt is klein. In de eerste vijftig jaar (tot 1959) was het elf keer raak. Sindsdien slechts vier keer. De laatste was 1997. Wat een treurige statistiek. De meest heldhaftige tocht was die van 1963. Van de bijna tienduizend rijders ­finishten er slechts 126 op de Bonkevaart in Leeuwarden.

Ik was een jochie van 9 jaar; ons huis aan de Boonstralaan in Joure stond pal tegenover de ijsbaan. Een kop warme choco­lademelk kostte een kwartje; een stuk Friese koek twintig cent. Die winter leerde ik schaatsen op Friese doorlopers met ­veters, die in de snijdende kou tot ijsklompjes bevroren. Die veters kreeg ik niet los en ik liep op mijn kinderschaatsen over straat naar huis. Ik ontdooide ze bij de kachel in de woonkamer, terwijl mijn moeder de dampende hutspot of boerenkool opdiende.

De meest heldhaftige tocht was die van 1963

Op 18 januari zat heel Nederland urenlang voor de buis, waar live verslag werd gedaan van de tocht van winnaar Reinier Paping. Raakte ik daardoor geïnspireerd? In de jaren daarna genoot ik volop van schaatsen. Soms vroren de meren bij Joure dicht (Langweerderwielen, Sneekermeer, Goëngarijpsterpoelen). Je kon naast de brug bij Het Tolhuis opstappen. Maar we moesten tot 1985 en 1986 wachten tot er weer een Elfstedentocht was (twee keer won Evert van Benthem).

Ik lees in NRC een lofzang op de verdwijnende cultuur van schaatsen op natuurijs. Boven het artikel de verdrietig stemmende kop: “Lange halen over zwart ijs, de stilte, de vrijheid. Help! De Nederlandse schaatscultuur verdwijnt”. In het artikel gaat het ook over Duitsers die jaloers zijn op onze vrolijke ijsgekte rond de Elf­stedentocht: “Niederländer hoffen auf ­nationalen Orgasmus”. Mooi gezegd. Het gaat inderdaad over de – vaak vergeefse – opwinding vooraf. Wat zeggen de ijsmeesters, de rayonhoofden? En over de apotheose op de dag van Dé Tocht? Het gevoel van ‘toen was geluk heel gewoon’. Heimwee…

In latere jaren mocht ik soms ook ’s avonds naar de ijsbaan. Dan speelden ze muziek en schaatste ik hand in hand met een meisje uit mijn klas. Achter aan de ijsbaan was een uitloop. Die noemden wij ‘het vrijerslaantje’. Heel spannend! Maar ik moest op tijd thuis zijn en snel naar bed. Dan kon ik vanuit mijn jongensbedje de muziek nog horen: The Blue Diamonds, Anneke Grönloh, Gert & Hermien en Rob de Nijs. Ik neuriede dat schattige liedje mee van Johnny Lion over zijn Sophietje: ‘De mooiste van de mooisten is Sophie; in de liefde is zij zeker een genie; want een meisje als Sophietje is een lentesymphonie’. Daarna droomde ik heel zoet van ons besneeuwde vrijerslaantje.

Het draait om de – vaak vergeefse – opwinding vooraf. Wat zeggen de ijsmeesters?

Reacties, suggesties? Graag! (Scroll verder naar onderen om te reageren)

Charles Groenhuijsen
Hadewych Veys

 

TV-presentator, journalist en schrijver Charles Groenhuijsen (69) laat zich graag inspireren door alles wat goed gaat in de wereld.

Reactie toevoegen

Comment

  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.