
Door een bijbaantje van haar zoon verdiende een huurster 221 euro te veel voor de huurtoeslag, waardoor zij de volledige huurtoeslag van ruim 2500 euro moet terugbetalen. Ze sleept de belastingdienst voor de rechter, maar daar krijgt zij ongelijk.
Dat meldt de Woonbond. De zoon doet in december 2015 werk voor een stichting en wordt in januari 2016 daarvoor betaald. Het gezamenlijk toetsingsinkomen van moeder en zoon komt in 2016 daardoor uit op 30.221 euro. Dat is 221 boven de norm voor dat jaar. Daarop vordert de belastingdienst de volledige huurtoeslag over 2016 terug, een bedrag van 2532 euro inclusief rente.
Niet redelijk
Bij de rechter stelt de huurster dat ze de invordering onterecht vindt, omdat het om een klein bedrag gaat. Bovendien komt ze door de terugvordering in financiële problemen. Zij vindt de beslissing daarom niet redelijk. De rechter geeft haar geen gelijk. Moeder en zoon kunnen niet aantonen dat de betaling in januari 2016 voor werk was in december 2015. De vraag of de terugvordering wel of niet redelijk is, speelt geen rol. De wet biedt namelijk geen mogelijkheid om van een terugvordering af te zien, deze kwijt te schelden of te beperken.
Bron: woonbond